naar onderschrift

het opvragen van de foto is kennelijk mislukt

naar boven

Maarten op Eurospoor 2010.

Op weg naar de Jaarbeurs ziet Maarten een stadsbus rijden van een metertje of 23 lang met zo’n scharnier in het midden. Je ziet hem denken. Hij wil onder woorden brengen wat hij ziet. Een blauwe aanhangwagenbus. Van veel woorden die hij gebruikt is de bron wel te traceren. Soms citeert hij overduidelijk papa, soms mama, soms oma, soms Kirsten van de crèche. Maar dit heeft hij gegarandeerd helemaal zelf samengesteld.

Momenten waarop ik vreselijk moet lachen, als hij zo bijdehand is. Maar dan doet hij er meteen nog een schepje bovenop. Niet lachen, papa zegt hij dan met een ietwat beledigde, teleurgestelde blik. En terecht, want hij doet gewoon zijn best. Zijn opdracht voor de komende jaren is leren, leren, leren en hij heeft het gas er vol op staan.

Lastig zo’n treintjesshow waar je niks mag pakken. Die mag je niet aanraken, he? Kijken mag wel. Maar hij doet het goed. Zelfs bij een spoorwegovergang waar een microscopisch kleine brandweerauto èn een politieauto èn een ziekenauto staan met flitsende zwaailichten. Maar als papa voor de derde keer na 5 minuten zegt dat we de hulpdiensten nu echt laten voor wat het is omdat er nog achttien teams staan die hun spoorbanen willen laten zien, dan knapt er iets en krijst Maarten de hele Jaarbeurs bij elkaar. De volgende dag rapporteert hij het zelfs terug. En terugrapporteren is een enorme zeldzaamheid want voor een baby bestaat alleen maar het nu. Papa en Maarten gingen met de bus mee, naar de kleine treintjes kijken. En Maarten moest huilen bij de ziekenauto.