![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Maarten ligt op de commode voor een schone luier. Hij strekt zijn benen en steekt ze omhoog. Hij ziet dat er licht tussen zijn enkels door schijnt. Er kan zelfs een hele hand tussendoor.
Er is een stuk van mijn been kwijt.
Sappie is er ook ondersteboven van.